Verslag van de vergadering van 16 december 2025 (2025/2026 nr. 13)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.21 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen. Ik dank nogmaals zijn hele ambtelijke staf voor alle antwoorden op onze schriftelijke vragen. Het waren er veel. Ik dank ze ook voor de ondersteuning bij de beantwoording van vandaag.
U heeft een aantal antwoorden gegeven op onze vragen inzake de versnelde afbouw van de wet-Hillen. Die waren soms wat teleurstellend, zoals ik vanochtend al een beetje aangaf, maar ik heb enigszins begrip voor de positie waarin de staatssecretaris zich bevindt.
Voorzitter. Ik zal niet in herhaling vallen van hetgeen ik gisteren en vanochtend tijdens interrupties in het debat uitvoerig heb besproken. Ik heb daar een aantal vragen bij gesteld. Derhalve wil ik nu volstaan met het indienen van een korte motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de dekking in het amendement-Grinwis, een versnelde afbouw van de wet-Hillen, in strijd is met de begrotingsregels;
overwegende dat deze dekking leidt tot een groter financieringstekort van 1,2 miljard euro in 2026 en 2027;
verzoekt de regering bij de Voorjaarsnota 2026 met voorstellen te komen voor een deugdelijke dekking in 2027 en deze op te nemen in het Belastingplan 2027,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Rooijen, Walenkamp, Bakker-Klein, Kroon, Van den Oetelaar, Koffeman, Beukering, Visseren-Hamakers en Van de Sanden.
Zij krijgt letter L (36812).
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. Ik heb tot slot nog een korte opmerking over de btw voor logies. Ik kon er even niet bij zijn, omdat ik in commissieverband even de zaal uit was. Mijn fractie vroeg om een onderzoek naar de tweedeorde-effecten van de verhoging van het btw-tarief per 1 januari aanstaande van 9% naar 21%. Ik zei gisteren al dat mijn fractie onrustbarende signalen hebben bereikt over de grote economische en financiële gevolgen die optreden voor de sector. Denk aan hotels, vakantieparken en dergelijke. Het raakt de werkgelegenheid en de omzet in de sector, met name voor het midden- en kleinbedrijf en zeker en vooral, zoals de Belgen vaak zeggen, voor het mkb in de grensstreek. Bent u alsnog bereid om dat onderzoek uit te voeren, als aan het begin van volgend jaar na het eerste kwartaal zal blijken dat de gevolgen groter zijn dan nu blijkt uit eerdere stukken, die we allemaal kennen? De tweedeorde-effecten zijn altijd moeilijk in te schatten. Dat is duidelijk. Daarom zijn ze er tot dusverre ook nooit, maar ze zijn heel belangrijk om te weten of iets wat in gang is gezet, economisch en financieel verantwoord is. Daarom zou ik de staatssecretaris willen vragen of hij wil toezeggen dat als die informatie hem en fracties in deze Kamer bereikt — ik ga daarvan uit — hij bereid is om te overwegen om zo'n studie te laten doen naar de tweedeorde-effecten.
Tot slot. Ik wacht de antwoorden van de staatssecretaris uiteraard met belangstelling af.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Walenkamp.