Verslag van de vergadering van 15 december 2025 (2025/2026 nr. 12)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 19.19 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. We spreken over het Belastingplan 2026 van een demissionair kabinet, net als in december twee jaar geleden bij het Belastingplan 2024, toen met staatssecretaris Van Rij. Er waren toen drie ingrijpende fiscale amendementen aangenomen in de Tweede Kamer, die een aantal fracties in de Eerste Kamer zwaar op de maag lagen, wegens de schade voor het vestigingsklimaat en het investeringsklimaat. Het rapport van oud-ASML-voorzitter Wennink van vorige week heeft voor de langere termijn het grote belang aangetoond van een sterk investeringsklimaat. Op verzoek van de Eerste Kamer heeft het kabinet-Schoof toen gelukkig die amendementen goeddeels teruggedraaid.
Er is nu een enigszins vergelijkbare situatie. Ook dit kabinet is demissionair en er zijn weer pittige amendementen aangenomen in de Tweede Kamer; het houdt daar nooit op. Er is één amendement dat er voor 50PLUS echt uitspringt: het amendement van Grinwis, Stoffer en Vermeer. Dat verlaagt tijdelijk het fictief rendement in box 3 en zoekt dekking — letterlijk "zoekt dekking" — in een versnelde afbouw van de afschaffing van de wet-Hillen. De staatssecretaris zegt in zijn brief van 1 december het volgende over de gevolgen van het aangenomen amendement. "Het terugdraaien van box 3-maatregelen leidt tot een derving in 2026 en 2027 en leidt tot een significante belasting van het financieringssaldo in 2026 en 2027, van elk jaar 1,2 miljard. Eventueel verder uitstel van invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 tot na 1 januari 2028 kent als gevolg van dit amendement een hogere derving van 2,4 miljard. De opbrengst van het versneld afbouwen van de wet-Hillen bedraagt in het eerste jaar 13 miljoen en in 2027 29 miljoen, maar in 2041" — daar komt ie — "248 miljoen." Dat is iets anders dan 13 miljoen, volgens mij. "Tussen 2028 en 2047" aldus de staatssecretaris "wordt cumulatief op onze vraag 2,8 miljard opgehaald. Doordat de dekking over een zeer lange termijn wordt gevonden, van ver voorbij de begrotingshorizon", aldus de staatssecretaris nog steeds, "ontstaat er een aanzienlijk kasritmeverschil met gevolgen voor het EMU-saldo. De dekking die in het amendement-Grinwis c.s. is gekozen, is daarmee niet conform de begrotingsregels." Einde citaat.
Het kabinet … Voorzitter, ik wil wel graag spreken zonder dat ik …
De voorzitter:
Gaat u rustig voort, meneer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Het kabinet heeft het amendement dan ook ontraden. Het amendement is aangenomen met 79 stemmen. Voorstemmers dachten wellicht dat het maar om een tientje ging bij de dekking; ten onrechte. Samen met 50PLUS — ja, daar zitten we nu — stemden D66, VVD, CDA en SP tegen. Mevrouw Moonen heeft terecht nog eens gewezen op dat standpunt. Voor mijn fractie is het amendement aanleiding de alarmbel te luiden. 50PLUS vindt het tijdelijk verlagen van het fictief rendement uiteraard verstandig — 8% is echt te hoog — maar niet als daar een te hoge prijs voor wordt gevraagd. Die prijs van een versnelde afbouw van de wet-Hillen vindt mijn fractie te hoog. De gekozen dekking is in de ogen van het kabinet — let wel — niet deugdelijk, maar in de ogen van 50PLUS ook niet aanvaardbaar, gelet op de inkomensgevolgen voor de zeer beperkte groep mensen die door het amendement worden getroffen. 1 miljoen mensen met een eigen woning — dat is maar één op de vijf, want het zijn er 5 miljoen — die hun hypotheek hebben afgelost, moeten cumulatief totaal bijna 3 miljard extra belasting gaan betalen over die periode. Dat is 2,8 miljard gedeeld door 1 miljoen: €2.800 de man. Zo simpel is het. Met de antwoorden op onze vele vragen hebben wij gelukkig meer duidelijkheid gekregen over het amendement. Mijn fractie is de staatssecretaris erkentelijk voor de goede beantwoording van onze vele vragen en dankt daarbij tevens zijn ambtenaren.
Voorzitter. Het volgende is een samenvatting van die antwoorden. Eén: bijna 1 miljoen huishoudens maken gebruik van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. In 2024 hebben circa 800.000 huishoudens geen hypotheekschuld op de eigen woning.
Twee: op basis van gegevens van het CBS zijn er circa 508.000 huishoudens met een eigen woning zonder hypotheek en met als voornaamste inkomstenbron hun pensioen. 500.000 van de 800.000 zijn dus de ouderen. Daar gaan we weer!
Drie: de leeftijdsverdeling van huishoudens zonder hypotheek op de eigen woning in de groep van 800.000 huishoudens is de volgende: 800.000 en 500.000 ouderen. 16% van de hele groep is jonger dan 55 jaar. Jonger dan 55 jaar! 84% is boven de 55 jaar en 64% boven de 65 jaar. Duidelijk is dus dat de AOW'ers — daar gaan we weer — verreweg het meest geraakt worden door deze dekking: twee derde van de totale groep, 500.000 AOW'ers.
Vier: 50PLUS vroeg bij de voorbereiding van de Algemene Financiële Beschouwingen wat de directe afschaffing van de wet-Hillen — ik zag 'm aankomen — budgettair zou betekenen. Het antwoord van de staatssecretaris: bij afbouw ineens is de budgettaire extra belastingopbrengst cumulatief 19 miljard extra belastingbetaling. Verdere snelle afbouw, vrees ik, ligt dan op de loer, want die levert, een volgende klapper van Grinwis cum suis, nog eens 16 miljard op.
Vijf: 70% van de huishoudens heeft een WOZ-waarde beneden de woningwaardegrens van 1,3 miljoen, de villabelastinggrens. Uit de wetshistorie van de invoering van de wet-Hillen blijkt dat er veel meer huishoudens zijn met voordeel uit die wet met een veel lagere WOZ-waarde dan met een WOZ-waarde van toen 1 miljoen.
Zes: uit de antwoorden op onze vele vragen over de inkomenseffecten komt een heel zorgelijk beeld naar voren. Dat kan ook niet anders bij een opbrengst van bijna 3 miljard voor een beperkte groep van 800.000 mensen. Als het maar om een tientje zou gaan, zeg ik tegen Grinwis aan de overkant, dan kan de opbrengst natuurlijk nooit 3 miljard zijn. De staatssecretaris zegt het volgende over de inkomsteneffecten; ik citeer: "Omdat de wet-Hillen versneld wordt afgebouwd, wordt het verschil in netto-inkomen elk jaar groter." Het begint met €10, maar het wordt elk jaar groter. De raming voor de cumulatieve inkomensgevolgen is gegeven door de staatssecretaris voor de periode 2026-2047. Omdat volgens de staatssecretaris het cumulatieve gevolg geen gangbare maatstaf is — dat moet nog blijken — is daarnaast het gemiddelde jaarlijkse gevolg gegeven. "Daarbij is opgemerkt dat het effect op het netto-inkomen groter wordt bij woningen die onder het verhoogde tarief voor het eigen woningforfait vallen." Einde citaat. Dat is voor alle duidelijkheid voor woningen met een WOZ-waarde van nu al meer dan 1,3 miljoen, de zogenaamde villabelasting.
Voor de groep van 800.000 als geheel blijkt dat bij een WOZ-waarde van gemiddeld vijf ton het inkomenseffect cumulatief €1.800 is. Ik merk daarbij op dat bij een WOZ-waarde van 1 miljoen, het dubbele van vijf ton, de effecten uiteraard het dubbele zijn. En dat is dus iets van €3.500.
In de nota naar aanleiding van het nader verslag worden nu ook de inkomenseffecten op ons verzoek per individu gegeven. Het begint met een tientje in het eerste jaar. Bij een WOZ-waarde van €800.000 lopen die als volgt op tot een maximaal effect in 2041. Voor alleenstaande AOW'ers met een pensioen tot €20.000 is het niet meer een tientje maar €228. Voor AOW'ers met een inkomen van €40.000 — dat is vergelijkbaar — is het nog iets hoger, namelijk €246. Dat lijken mij geen tientjes! Dit zijn de eigen cijfers en inkomenseffecten van de staatssecretaris in antwoorden op onze vragen. Ik mag toch aannemen dat hij daar zelf ook een mening over heeft. Wil hij die geven, en zo nee, waarom niet? In de antwoorden volstaat hij steeds met te zeggen: ja, het amendement is aangenomen. Dat is volgens mij te gemakkelijk. Graag een reactie.
Voorzitter. Ik kom tot een evaluatie. De wet-Hillen is het perfecte voorbeeld van een stelsel dat zegt: geen bijtelling als er geen aftrek van hypotheekrente is. Een principiële koppeling noemt mijn fractie dat. Het saldo is altijd nul; heel simpel. Een defiscalisering van de eigen woning in box 1 zou perfect aansluiten op de gedachte van de wet-Hillen. De eigen woning is een hot politiek issue. Ik hoef maar te wijzen op de recente afspraken van D66 en het CDA. Ik citeer uit dat stuk: "We passen eigenwoningregelingen aan. Dat betekent onder andere geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek met een terugsluis in de inkomstenbelasting, zodat huiseigenaren in hun planning niet in de knel komen. Ook bezien we de regelingen rond de eigen woning als geheel en moderniseren we die."
Mijn fractie komt met een aantal kritische opmerkingen over het telkens maar sleutelen aan de wet-Hillen over het eigenwoningforfait. Het tussendoor bijstellen van belastingregimes met betrekking tot de eigen woning gedurende een lange periode geeft het beeld van een opportunistische overheid die haar woord niet houdt, een overheid waarop de burger niet kan vertrouwen omdat die langjarige afspraken niet nakomt als het even niet uitkomt of omdat de overheid vooral let op haar eigen belang, meer dan op dat van de burgers. Is de staatssecretaris dat met mij eens en, zo nee, waarom niet?
Natuurlijk kunnen belastingregels door de wetgever worden heroverwogen of moeten ze zelfs worden heroverwogen. Ook de samenleving is dynamisch en de regelgeving is niet gegoten in beton. Maar als het om afspraken gaat die ook nog in de volksvertegenwoordiging met een ruime meerderheid zijn aanvaard, dan moet de burger daar toch staat op kunnen maken? Dat verwacht de overheid omgekeerd toch ook van de burger? Een wet is immers een afspraak tussen regering en volksvertegenwoordiging die ze samen maken. Ja toch, staatssecretaris? Graag een reactie.
Welnu, een hypotheekcontract heeft doorgaans een looptijd van 30 jaar. Het is een contract tussen de hypotheekgever, de burger, en de hypotheeknemer, meestal een bank. Maar er zit nog een derde partij onzichtbaar aan tafel. De overheid tekent in feite mee, omdat de 30-jarige aftrekbaarheid van de rente voor de twee andere contractpartners een wezenlijk gegeven is. Ziet de regering dat ook zo? Graag een reactie.
Zoals gezegd: wijzigen kan. Elke wet, ook de Grondwet, kunnen we veranderen, maar er zijn sowieso twee bezwaren. Eén: als aan een wet voortdurend wordt gemorreld door de overheid, dan creëert de overheid zelf onzekerheid. Dan is de overheid opportunistisch en dus onbetrouwbaar. En eenmaal op die zeephelling komt de overheid daar niet meer zo gemakkelijk van af. Twee: als de overheid medecontractant is zoals bij de hypotheekrenteaftrek, kan de overheid niet zomaar voor die verplichting weglopen. Dat wil zeggen dat als er iets moet gebeuren ten nadele van de hypotheekgever, dat alleen kan voor nieuwe gevallen. Dat vindt de staatssecretaris toch ook, hoop ik. Graag een reactie. Deze eeuw is er telkens aan die wetgeving gesleuteld, steeds ten nadele van de burger. Voor belastingadviseurs is het aantal regels en subregels aan klanten nauwelijks meer uit te leggen en aan de burger al helemaal niet.
50PLUS begrijpt dat een verdere beperking van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente bij de formatie weer op de agenda staat, maar nu om die volledig — let wel: volledig — af te schaffen. Hebben we dan alles gehad? Stel dat de hypotheekrente ineens weer zou stijgen naar 12%, zoals eind zeventiger jaren van de vorige eeuw — de wereld is instabiel genoeg, dus alles is mogelijk — dan zal afschaffing van de aftrekbaarheid een enorme crisis op de huizenmarkt veroorzaken. Dat kan al bij 7%, met als gevolg talloze gedwongen verkopen en heel wat burgers aan de bedelstaf. Juist dankzij de hypotheekrenteaftrekbaarheid heeft de woningmarkt het toen — ik was erbij — net volgehouden. Ik was toen staatssecretaris en heb er niet aan getornd. Alleen al daarom eist 50PLUS dat de overheid zich aan haar contracten houdt en die ook uitdient. Wijziging in de aftrekbaarheid kan alleen gelden voor nieuwe gevallen. Graag een reactie.
Voorzitter. Kan de staatssecretaris mijn fractie uitleggen hoe men zich voorbereidt op een crisis in de woningmarkt indien de rente ineens scherp zou stijgen? Hij stijgt nu alweer. Welke maatregelen worden dan genomen? Graag een antwoord.
Voorzitter. Terug naar de wet-Hillen. Die wet had niet als reden om allerlei mensen rijk te maken, maar om zo veel mogelijk mensen stabiliteit te bieden en vooral ook een veilige oude dag. Voor alle duidelijkheid: de wet-Hillen was van een oud-CDA-minister, destijds Kamerlid, om niet te vergeten — door mij althans niet. Eigenwoningbezit stabiliseert de samenleving sowieso en verhoogt het welzijn. Als iets van jou is, ga je daar meestal extra goed voor zorgen. Bovendien bevordert bezit onafhankelijkheid. Daarom is het bevorderen van het eigenwoningbezit eigenlijk in ieders belang. Dat was ook de KVP-leus in de zestiger jaren. Feitelijk is aftrek van hypotheekrente een vorm van sociaal belang. Daarom is het eigenwoningforfait een ongewenste belasting en hoogstens verdedigbaar als een soort eigen risico zolang je aftrek hebt van hypotheekrente. 50PLUS ziet ook dat die hypotheekrenteaftrek het tegen onze zin niet gaat houden. Dan moeten we nu ook alvast met elkaar afspreken dat ook de andere kant van de fiscalisering van de eigen woning wordt beëindigd, dus het forfait. Een huis kopen en aflossen legt vele jaren lang een zwaar beslag op het besteedbaar inkomen van de betreffende huishoudens, en wel zo zwaar dat de overheid die huishoudens wat hun huis betreft verder fiscaal met rust moet laten. Daarom wil 50PLUS de eigen woning defiscaliseren voor wat betreft 's Rijks belastingen. Dat is om fiscale redenen, plus dat 50PLUS hard gaat strijden om senioren een veilige oude dag te geven.
Het amendement-Grinwis dat net in de Kamer is aangenomen, grijpt opnieuw de wet-Hillen beet om geld op te halen. Bezitters van een eigen woning mogen opdraaien voor gaten in een andere belastingheffing voor een geheel andere groep belastingbetalers: vermogenden in box 3. Hoe verzin je het! 50PLUS is hierover verbijsterd vanwege wishy-washy van de overheid, vanwege het kennelijk straffeloos jagen op de huizenbezitter, vanwege de onrust die het geeft aan mensen die dachten met de aankoop van een huis en de aflossing van de hypotheek solide te sparen voor een rustige oude dag, maar nu bedrogen uitkomen. Zij worden gestraft voor het aflossen van hun schuld. Ik noemde dat toen "aflosboete"; die term heb ik toen gemunt en Wiegel was daar heel blij mee. Kan de staatssecretaris uitleggen wat hij vindt van de aflosboete? Beloofd is toch beloofd? Daar komt nog bij dat momenteel voor senioren al te veel ter discussie staat: de netto-nettokoppeling van de AOW aan het minimumloon — die is heilig voor 50PLUS; onthoud het allemaal goed — en ook de indexatie van pensioen, vermogens en erfbelasting en de onwenselijke kostenverhoging van de eigen woning.
Voorzitter. 50PLUS verzoekt de regering om de wet-Hillen weer volledig uit te voeren en dus ook de wijziging door Rutte III in 2017 in te trekken. Met andere woorden, volledige herinvoering van de wet-Hillen. Kan de staatssecretaris op dit verzoek reageren? Ik overweeg een motie in tweede termijn.
De defiscalisering van de eigen woning sluit goed aan op de gedachte achter de wet-Hillen. Ik wil dat toelichten. De huurwaarde van de eigen woning is doorlopend opgehoogd, met als toppunt de invoering van de villabelasting, waarna het eigenwoningforfait voor duurdere huizen gaandeweg is verhoogd tot 2,35%; fictief inkomen. Daarentegen is de fiscale aftrek van de hypotheekrente almaar beperkt, zodat de berekende huurwaarde veelal hoger uitpakt dan de aftrekbare rentekosten. Met de wet-Hillen uit 2005 — ja, hij is al twintig jaar oud! — werd evenwel bepaald dat in dat geval het positieve saldo niet bij het belastbare inkomen werd geteld. Deze regeling is in 2019 afgeschaft, waarbij de mate van bijtelling gefaseerd oploopt. U herinnert zich dat ik daar heel erg boos over was en een filibuster van vijf à zes uur aan de overkant hield. De afgesproken fasering van de wet-Hillen over een periode van 30 jaar staat evenwel onder druk. In diverse verkiezingsprogramma's wordt zelfs een beëindiging van deze fasering in de komende kabinetsperiode bepleit. Ook stellen diverse partijen een gefaseerde afschaffing van de hypotheekrenteaftrek voor. Als die situatie wordt bereikt, wordt straks de huurwaarde van de eigen woning volledig bij het belastbare inkomen geteld, zonder renteaftrek. Naar het oordeel van de fractie van 50PLUS is dit niet logisch en niet wenselijk. Volgens 50PLUS ligt het in de rede om bij de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek eveneens de bijtelling van de huurwaarde te stoppen. 50PLUS is sowieso van oordeel dat de eigen woning uit box 1 moet worden gehaald en dient te worden gedefiscaliseerd. Het eigen huis wordt dan weer fiscaal behandeld als een duurzaam consumptiegoed dat voor eigen gebruik wordt aangewend, net als een luxejacht of een dure auto.
Voorzitter. 50PLUS vraagt de regering wat haar oordeel is inzake een mogelijke defiscalisering van het eigen huis, temeer omdat dit een einde zou maken aan de doorlopende politieke discussies over de hypotheekrenteaftrek en alle acties om deze aftrek stukje bij beetje te verminderen. Volgens 50PLUS creëert de huidige situatie alleen maar onvrede, omdat de eigenaren van het eigen huis volstrekt in het duister tasten over waar het met deze regeling heen gaat en zij telkenmale teleurstelling op teleurstelling moeten incasseren. Zo kunnen mensen, burgers, geen beslissingen nemen op lange termijn. 50PLUS heeft de defiscalisering van de eigen woning langs de volgende lijnen uitgedacht. Eén: de huurwaarde blijft bestaan voor woningen die met bestaande hypotheken worden gefinancierd. Twee: de fiscale aftrek van hypotheekrente blijft voor bestaande hypotheken ongewijzigd. Drie: de wet-Hillen wordt weer ingevoerd. Vier: voor nieuwe hypothecaire leningen is geen renteaftrek toegestaan en voor de betrokken eigen woning geldt dan geen bijtelling uit hoofde van het eigenwoningforfait. Kan de staatssecretaris helder en duidelijk reageren op dit voorstel van ons? Immers, het gaat om de rechtszekerheid die huidige huiseigenaren moeten hebben, waarbij de steeds wisselende fiscale behandeling van hun woning voor steeds grotere onrust zorgt. Graag een reactie. 50PLUS verwacht dat per saldo de structurele opbrengsten van een defiscalisering zoals voorgesteld een duidelijk positief budgettair effect geven. Wil de staatssecretaris alsnog reageren op onze inschatting?
Ik heb ook de volgende twee vragen aan de staatssecretaris. Is hij bereid een andere dekking te zoeken voor de snellere afschaffing van de wet-Hillen via een novelle of om bij de Voorjaarsnota 2026 met voorstellen te komen voor een andere tijdelijke dekking in 2027 en deze op te nemen in het Belastingplan 2027? Graag een reactie van de staatssecretaris. Voorzitter, tot zover dat vreselijke amendement-Grinwis. Ik kan er uren over praten, maar dat zal ik hier niet doen.
Heel kort nu iets over het nieuwe stelsel, blokje 3. De motie-Van Rooijen c.s. van december 2024 over prioriteit aan onderzoek voor vermogensbelasting is niet uitgevoerd. De motie werd gesteund door onder meer CDA, VVD en BBB. Ik ben nog steeds blij met die grote steun. 50PLUS houdt ook vast aan de uitvoering van die motie over een voorkeur voor een algemene vermogenswinstbelasting over alle vermogensbestanddelen. In het in de Tweede Kamer liggende wetsvoorstel over box 3 en het belasten van werkelijk rendement is de vermogenswinstbelasting beperkt tot alleen vastgoed. 50PLUS wil met die motie geen belasting op papieren, ongerealiseerde waardestijging van vermogensbestanddelen zoals aandelen. Dat is toch geen werkelijk rendement? Het wetsvoorstel over de nieuwe box 3 blijft echter uitgaan van die vermaledijde vermogensaanwasbelasting buiten het vastgoed. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter. Dan toch nog de btw. Er is al gesproken over de btw op cultuur, sport en dergelijke. Ik gooi de steen nu maar in de vijver: de btw op logies. De grote verhoging van het btw-tarief van 9% naar 21% per 1 januari 2026 ligt heel Nederland als een steen op de maag, zoals dat ook het geval was — het is eerder gezegd — toen het ging om sport, cultuur en andere sectoren die daarbij horen. Hier wreekt zich dat het wetsvoorstel over de btw-verhoging voor logies vorig jaar tegelijk werd ingediend met dat over sport en cultuur. Er was een intense lobby voor geen verhoging in die sector, ook zwaar ingezet via de Eerste naar de Tweede Kamer, een soort omgekeerde wetgeving. De lobby tegen de hogere btw op logies was in dat politieke geweld toen in feite politiek kansloos, ook hier in de senaat. Mijn fractie bereiken nu steeds meer signalen — ik weet niet hoe het bij de collega's is — over de grote economische en financiële gevolgen voor deze sector. Hotels en vakantieparken voor de gewone man met een kleine beurs worden hard getroffen, net als de gezinnen die een dure vakantie in het buitenland al sowieso niet kunnen betalen — want dat is natuurlijk zo — en dan op Nederland zijn aangewezen. Ik voorspel: het toerisme in ons land krijgt een zware klap, vooral in de grensstreken. Het mkb komt met name daar ook in grote problemen. 50PLUS vraagt de staatssecretaris om een onafhankelijk onderzoek te laten instellen naar de zogenaamde tweede-orde-effecten van de btw-verhoging op logies. In de brief van 9 oktober zegt de staatssecretaris daarover: "Tweede-orde effecten, waaronder het effect op andere belastinginkomsten, worden conform de begrotingsregels niet meegenomen in de raming van het effect van de maatregel. De reden is dat dit soort effecten zeer onzeker zijn en lastig toe te rekenen zijn aan die specifieke maatregel. Dat geldt voor zowel positieve als negatieve effecten. Een voorbeeld van een negatief tweede-orde effect is bijvoorbeeld dat de winstbelasting in de hotelsector lager kan uitvallen." Mijn fractie wijst op de veel bredere effecten: schadelijke gevolgen voor de horeca en de winkels, tot aan fietsenverhuurbedrijven aan toe. Als er geen gasten zijn, wordt er geen fiets meer gehuurd. Vooral in het mkb krijgen de omzet en de werkgelegenheid een klap. Dat geldt met name in de grensstreek; ik zei het al. Het zijn vooral de kleintjes, de kleine bedrijven, die kwetsbaar zijn in hun voortbestaan. Is de staatssecretaris bereid om zo'n tweede-orde-onderzoek te laten verrichten? Graag een reactie. Ik overweeg anders een motie in tweede termijn. We moeten niet penny wise, pound foolish zijn.
Voorzitter. In dit kader tot slot nog een vraag over het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen. In dat wetsvoorstel is eindelijk het goedkeurende beleidsbesluit uit de brief van de staatssecretaris van 18 december 2024 opgenomen, waarin goedkeuring werd gegeven aan pensioenfondsen die op 1 januari 2025 zouden invaren om zo fiscale sancties te voorkomen. De staatssecretaris gaf in die brief van een jaar geleden aan dat hij met wetgeving zou komen voor het einde van dit jaar. Dat is zowaar gelukt, maar indiening in september is niet "met spoed", zoals het afwegingskader voor goedkeurende beleidsbesluiten vereist. Spoed is niet: negen maanden of nog langer. Het mag geen precedent worden voor komende fiscale goedkeurende beleidsbesluiten, namelijk dat die pas in het kader van een belastingplan ingediend worden in september, want dat heeft tot gevolg dat het in voorkomende gevallen niet alleen laat is, maar ook dat de Kamer niet in de gelegenheid is een eigenstandig oordeel te geven over dat beleidsbesluit. Dat zou volgens 50PLUS wel in de geest, zo niet in de letter van het beleidskader beleidsbesluit passen. Is de staatssecretaris dat met ons eens?
Voorzitter. Mijn fractie sluit zich aan bij de vele vragen die gesteld zijn over de ingreep in de youngtimerregeling. Die vinden wij groot en onverhoeds. Is de staatssecretaris bereid een aanpassing, en in ieder geval een overgangsregeling, te overwegen? Graag een reactie.
Tot slot: wil de staatsecretaris nog een keer aangeven wat hij gaat doen met de een paar weken geleden aangenomen motie-Van Rooijen c.s. over instelling van een onafhankelijke adviescommissie voor de belastinghervorming?
Ik kijk uit naar de beantwoording van de door ons gestelde vragen.
De voorzitter:
Ik dank u, meneer Van Rooijen, voor uw bijdrage aan het debat. De volgende spreker aan de kant van de Kamer is de heer Walenkamp. Ik geef u graag het woord.