Verslag van de vergadering van 15 december 2025 (2025/2026 nr. 12)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 17.39 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Moonen i (D66):
Voorzitter. Het Belastingplan is elk jaar een van de meest bepalende wetten die deze Kamer behandelt. Er worden keuzes gemaakt over de samenleving die wij willen zijn, wat we willen stimuleren en waar we willen bijsturen. Voor de D66-fractie zijn er drie hoofdonderwerpen: duurzaamheid, herverdeling en vereenvoudiging. Hoe geven we de belastingen zo vorm dat duurzaam gedrag wordt gestimuleerd, hoe zorgen we dat de belastingen op een eerlijke manier over de samenleving zijn verdeeld en hoe maken we het stelsel eenvoudiger en eenduidiger? Het recente rapport Verantwoord belasten van de Algemene Rekenkamer geeft een stevig en eerlijk oordeel over ons belastingstelsel en de manier waarop wij het fiscaal beleid beoordelen. Er is te weinig systematisch inzicht in de doelen, de werking en de resultaten van de belastingmaatregelen, terwijl er aan iedere belastingmaatregel wel een doel ten grondslag ligt. Er wordt echter niet structureel geëvalueerd of die doelen daadwerkelijk met die maatregelen worden behaald. Hoe anders is dat bij de rijksbegroting? Zelf was ik een tijdlang plaatsvervangend directeur van de Inspectie der Rijksfinanciën. Wij deden doorlichtingen op beleidsartikelniveau in de rijksbegroting: wat was het doel, wordt het doel al dan niet bereikt en hoeveel geld gaat daarin om? Dat vindt heel systematisch plaats aan de rijksbegrotingskant. Dat is echter niet zo aan de kant van de belastinginkomsten en -uitgaven. Dat is zorgelijk, want het belastingplan is een krachtig instrument en er gaan vele miljarden in om.
Doordat we geen zicht hebben op doelen en resultaten lopen we ook het risico dat we met miljarden aan fiscale kortingen en heffingen bezig zijn zonder te weten of ze nu echt verschil maken of niet. De Algemene Rekenkamer doet heldere aanbevelingen in zijn rapport om de informatiepositie van beide Kamers te verbeteren. De heer Holterhues heeft daarover een heel goede motie opgesteld die wij als fractie van D66 dan ook ondersteunen om recht te doen aan de aanbevelingen van de Rekenkamer.
Voorzitter. Ik kom op belasting om duurzaam gedrag te bevorderen en zo bij te dragen aan een sterke, rechtvaardige en groene economie. In dit Belastingplan gaat het kabinet verder met het afschaffen van de fiscale voordelen voor groen beleggen. De D66-fractie zet zich al lange tijd in voor het behoud ervan. Hoewel de afschaffing met één jaar wordt uitgesteld, namelijk tot 2028, wordt de vrijstelling voor groene beleggingen al wel gehalveerd. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland constateerde dat door het afschaffen van deze fiscale faciliteit de regeling niet meer kan bijdragen aan relevante beleidsdoelen zoals stikstofreductie, energietransitie en klimaatadaptatie. De voorganger van de staatssecretaris, de heer Van Oostenbruggen, constateerde zelfs in zijn antwoord op een van de vragen van D66 dat hier sprake is van beleidsinconsistentie. Beste mensen, het komt niet vaak voor dat een staatssecretaris in antwoord op een vraag zegt "we zijn beleidsinconsistent". We hebben duurzame ambities, we hebben een zeer goed en doeltreffend instrument — dat geeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ook aan — maar dat gaan we afbouwen en afschaffen, terwijl de Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd dat deze maatregel een van de meest doelmatige en doeltreffende belastingmaatregelingen is die wij kennen.
Het afschaffen van deze maatregel heeft als gevolg dat ongeveer 1.250 investeringen in groene projecten met een totaal projectvermogen van rond 1,6 miljard niet meer onder de Regeling groenprojecten in behandeling kunnen worden genomen. De Algemene Rekenkamer zegt hierover dat op termijn de groene beleggingen eerder teruglopen naar nul, helemaal weg. En dat terwijl we het volgens dezelfde Algemene Rekenkamer hebben over een van de meest doeltreffende en doelmatige instrumenten die we hebben.
De heer Kroon i (BBB):
Het onderwerp "eerlijk" in uw betoog hebben we nog niet besproken, maar we hebben net wel twee bijdragen gehad, van meneer Martens en van meneer Van Apeldoorn, waarin werd gesproken over vermogensongelijkheid. Is het nou niet zo dat van deze regeling juist gebruik wordt gemaakt door mensen die al heel hoog in het vermogen zitten en/of een heel goede arbeidspositie en inkomstenpositie hebben? Hoe verhoudt uw pleidooi hiervoor zich tot dit onderwerp? Ten tweede. Als je duurzaam verantwoord wilt beleggen, dan doe je dat als mens vanuit een soort altruïsme; zo is mijn gevoel. Je hebt het namelijk goed voor met de wereld. Maar betekent dat dan dat altruïsme alleen bestaat als je daardoor ook een beter rendement maakt?
Mevrouw Moonen (D66):
Om met het laatste te beginnen: blijkbaar is het niet alleen altruïsme van degenen die meedoen. Uit het onderzoek blijkt dus dat, als we die fiscale voordelen afschaffen, de belangstelling inderdaad terugloopt naar nul. Dus blijkbaar is het, om deze regeling effectief te houden, noodzakelijk dat er een fiscaal voordeel wordt gegeven. Dat komt uit de cijfers; ik kan niet anders zeggen. Dat is gewoon zoals het is en zoals het werkt.
De heer Kroon (BBB):
En wat vindt u daar dan van?
Mevrouw Moonen (D66):
Ik denk dat het niet zo van belang is wat ik hiervan vind. Waar ik hier namens de fractie van D66 voor sta, is voor doelmatig en effectief beleid, dat doelstellingen als klimaat en stikstofreductie worden gehaald. We hebben hiermee blijkbaar, zo zegt de Algemene Rekenkamer, niet alleen voor dit doel maar überhaupt de meest doelmatige belastingmaatregel die we in het hele pakket hebben zitten. Die werkt dus; die doet wat hij moet doen. We schaffen iets af wat werkt. Daar zit mijn bezwaar. Ik schaf liever iets af wat niet werkt in plaats van iets wat werkt.
De voorzitter:
Kort, tot slot, de heer Kroon.
De heer Kroon (BBB):
En uw reflectie op "eerlijk" en vermogensverschillen?
Mevrouw Moonen (D66):
Ja, dat is een belangrijk punt. Ik kom nog op die vermogenskwestie. Het kan zo zijn, maar ik heb me niet zozeer verdiept in hoe hoog de vermogens zijn van degenen die meedoen. Dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat altruïsme in alle lagen van de samenleving zit. Ik hoor bijvoorbeeld van de Triodos Bank altijd terug dat mensen met een kleine portemonnee uit maatschappelijke bewogenheid ook meedoen aan deze regelingen, en zeker niet alleen de hoger vermogenden. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook: waarom schaft u zo'n effectieve regeling af? En bent u het eens met uw voorganger Van Oostenbruggen dat dit afdoet aan de effectiviteit van een goedlopende regeling?
Voorzitter. Er zijn een aantal goede maatregelen in dit pakket, zoals doorgaan met de Energie-investeringsaftrek, de Milieu-investeringsaftrek, de willekeurige afschrijving van milieu-investeringen en ook de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk. Dat zijn krachtige instrumenten. Ze helpen ondernemers investeren in duurzame technologie en innovatie, iets wat zeer belangrijk is, ook als we kijken naar het rapport-Wennink. Deze regelingen dragen bij aan technologische innovatie, en dat maakt onze economie klaar voor de toekomst.
Ook steunt de D66-fractie het wetsvoorstel om de vliegbelasting te differentiëren. Ik hoef niet uit te leggen wat er allemaal staat, maar wij zijn daar dus voorstander van, ook omdat de luchtvaart een van de sectoren is die nog achterlopen in de verduurzaming, terwijl de impact op klimaat en leefomgeving groot is. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wel hoe deze tarieven tot stand zijn gekomen. Zijn ze voldoende gedifferentieerd en voldoende hoog om daadwerkelijke gedragsverandering teweeg te brengen, waardoor er ook een bijdrage ontstaat voor het milieu?
Voorzitter. Ik kom op het tweede onderdeel: lage belastingen op arbeid en hoge belastingen op vermogen. D66 vindt namelijk dat werken moet lonen. Werken voor je geld zou meer moeten opleveren dan het rendement op vermogen; dat is de zienswijze van de fractie van D66. Het Belastingplan zet een aantal stappen in de goede richting, zoals het verder verhogen van de arbeidskorting. Dat heeft dus onze steun. Dat is effectief voor de middeninkomens, die vaak ook het gevoel hebben dat ze er ondanks hard werken in inkomen niet op vooruitgaan. Het is goed dat we voortgang boeken in het eerlijk belasten van vermogen. De overgang naar een stelsel waarin het werkelijk rendement wordt belast, is complex maar noodzakelijk, want een duurzaam en rechtvaardig belastingstelsel vraagt dat arbeidsinkomen lager wordt belast dan kapitaalinkomen. Daarom vindt de fractie van D66 het juist teleurstellend dat het forfait voor overige bezittingen in box 3 komt te vervallen door het amendement-Grinwis. Er is hier al meer over gezegd door de voorgaande sprekers. Wij zijn geen voorstander van het terugdraaien van die maatregelen in box 3, maar dat is gebeurd in de Tweede Kamer. Onze vraag aan de staatssecretaris is wel: wat vindt de staatssecretaris ervan dat de budgettaire derving wordt gedekt door een versnelde afbouw van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld?
De fractie van D66 is zeer verheugd dat het verlaagde btw-tarief voor media, cultuur, boeken en sport behouden blijft. Dat speelde vorig jaar en was in dit debat een groot issue. Mijn fractie heeft zich er in de Tweede en Eerste Kamer sterk voor gemaakt, maar zeker niet alleen. Veel partijen hebben zich hiervoor sterk gemaakt, ook in de Eerste Kamer. Wij zijn zeer verheugd dat dit is gelukt. Media, cultuur, boeken en sport zijn een fundament van onze samenleving van leren, cultuurbehoud, mentale gezondheid en maatschappelijke samenhang. Wel vindt mijn fractie het opvallend dat het kabinet de tabelcorrectiefactor beperkt toepast om zo de maatregelen te dekken. Eigenlijk is de tabelcorrectiefactor bedoeld om jaarlijks voor inflatie te corrigeren. Het is niet heel chic om dat middel als dekking in te zetten. Tegelijkertijd begrijpen we ook dat er een dekking gevonden moest worden en dat was helemaal niet gemakkelijk. Ook dat is een realiteit.
De heer Hartog i (Volt):
Precies op dit punt krijg ik een beetje een "clown Bassie"-gevoel. We hebben hier vorig jaar uitgebreid over gesproken en hebben zelfs gezegd dat we opnieuw over de Belastingwet zouden moeten gaan stemmen. Het punt van de Volt-fractie was destijds precies om dit niet via de inkomensheffing te doen, maar op een andere manier. We hebben hiertoe zelfs voorstellen gedaan en er moties over ingediend. En wat vind ik dan? Dan vind ik D66 op mijn weg, mét het CDA en de SGP. We trekken samen op om die verhoging terug te draaien. We vragen om compensatie, maar daar komen ze in de Tweede Kamer niet uit. Wij accepteren dan gewoon de wet zoals die voorligt, mét steun van D66. En dan krijg ik een "clown Bassie"-gevoel. Hoe kan mevrouw Moonen nou verdedigen dat dit wel is gebeurd?
Mevrouw Moonen (D66):
Dit verdedig ik heel graag. Ik heb destijds al gezegd, ook na een eerdere interruptie van Volt op precies hetzelfde punt, dat er een politiek akkoord lag waarin de zittende regering met een beleidsregel heel duidelijk heeft gemaakt dat het tarief wordt verlaagd, omdat er een politieke afspraak ligt. Mij is toen ook de vraag gesteld waar we blijven als we in dit land niet meer kunnen vertrouwen op een politieke afspraak tussen een Kamer en een zittende regering. De D66-fractie heeft steeds vertrouwen gehouden in de regering op basis van deze politieke afspraak, en de regering heeft woord gehouden. Ze hebben precies gedaan wat ze voorstelden dat ze zouden doen. Dat doet mij deugd, want de politiek heeft een voorbeeldfunctie voor het land. Als politici elkaar niet meer vertrouwen, hoe kunnen we dan vragen dat mensen elkaar vertrouwen?
De heer Hartog (Volt):
Op dat punt hebben we misschien een iets andere uitleg van de situatie. Wat de Volt-fractie betreft hadden we de afspraak dat we vertrouwen dat we er met z'n allen uitkomen en daarom stemden we in met de wet. Het resultaat daarvan is dat de regering effectief zei: we komen er niet uit, dus doen we die tabelcorrectie maar. We hebben dat toen aan de kaak gesteld en iedereen hier in de Kamer zat rond te kijken met een blik van "waar heeft hij het over?" Ik heb het erover dat het resultaat van die btw-maatregel disproportioneel neerkomt op de middeninkomens. Ik vraag nogmaals aan D66 hoe het met een verhaal kan komen over inkomensongelijkheid, terwijl het die maatregel heeft gesteund.
Mevrouw Moonen (D66):
Stel dat het btw-tarief was verhoogd voor media, cultuur, boeken en sport, dan zou dat haaks hebben gestaan op zaken waar D66 en ook veel partijen in deze Kamer voor staan. Ik noemde dat net al. Voor ons is leren te ontwikkelen, cultuurbehoud, mentale gezondheid het fundament van onze samenleving. Voor ons telt dit zeer zwaar. Niet alleen voor D66, maar voor veel partijen in deze Kamer was het belangrijk dat deze btw-tariefsverhoging niet door zou gaan. Er is een belangrijke politieke afspraak gemaakt, ook in de Tweede Kamer, en daarop hebben wij steeds vertrouwd. Dat vertrouwen is helemaal niet beschaamd. Het is precies gegaan zoals we dat met elkaar hebben afgesproken. Ik ben er ontzettend verheugd over dat het parlement en zittende kabinetten zo kunnen samenwerken. Dat iets zo nog kan in dit land, is iets wat we dienen te koesteren. Zo kijk ik er tegen aan.
De voorzitter:
De heer Hartog, tot slot.
De heer Hartog (Volt):
Geweldig dat het zo kan in dit land. Maar ik vind het nog steeds een beetje een ontwijkend antwoord. De vraag blijft: waarom kies je er dan niet voor om bijvoorbeeld die ondoelmatige vrijstellingen op de winstbelasting af te schaffen, zoals wij hebben voorgesteld? Dat zijn ondoelmatige fiscale regelingen. Daar kun je het mee eens zijn of niet, maar waar het mij vandaag om gaat is dat D66 er toen voor heeft gekozen om de druk te leggen op de lage inkomens en middeninkomens. En nu betreurt D66 het dat de regering dat steeds meer doet. Wat mij betreft is dat niet uitlegbaar aan een kiezer. Daarom vraag ik mevrouw Moonen om daar toch nog een keer op te reflecteren.
De voorzitter:
Een korte reactie van mevrouw Moonen, die daarna haar betoog vervolgt.
Mevrouw Moonen (D66):
Ik gaf al aan dat wij als grote lijn voor het hele Belastingplan voor een verschuiving zijn. Daar zal ik straks nog iets meer over zeggen. Vermogen en kapitaal mogen zwaarder belast worden en arbeid minder. Die grote lijn zullen we altijd vasthouden, omdat we vinden dat werken moet lonen en dat meer werken meer moet lonen. Dat blijft de consistente lijn die we hadden en zullen behouden.
Dan wil ik verdergaan met mijn betoog. Kan de staatssecretaris toelichten waarom ervoor gekozen is om een lastenverzwaring op arbeid als dekking te gebruiken? Welke alternatieve dekking heeft de staatssecretaris overwogen? Waarom kiest hij ervoor om dit nu inkomensneutraal te dekken en niet met een nivellerende maatregel?
Dan wil ik door met het laatste blok. Dat is de vereenvoudiging van het belastingstelsel. Het belastingstelsel dient naar het idee van D66 begrijpelijk en werkbaar te zijn voor burgers, voor ondernemers en voor de Belastingdienst. Het huidige belastingstelsel is te complex geworden. Dat zorgt voor onbegrip en voor wantrouwen en er ligt een immense druk op de uitvoering. Ook uit de uitvoeringstoetsen van dit Belastingplan blijkt dat een aantal maatregelen nog steeds veel vragen van de Belastingdienst om uit te voeren. Het is dan ook echt tijd om het belasting- en toeslagenstelsel te hervormen. Mijn fractie hoopt dan ook zeer dat er snel een nieuw kabinet komt en dat de nieuwe bewindspersonen hier werk van maken. De vraag aan de staatssecretaris is of hij bereid is om alvast een begin te maken voor de voorbereiding. Er liggen natuurlijk al heel veel rapporten van commissies, bouwstenennotities et cetera. De collega's spraken daar ook al over. Er ligt dus al heel veel waardevol werk. De vraag is dus eigenlijk of de staatssecretaris hier al een start mee kan maken, om geen tijd te verliezen. D66 wil een eerlijker belastingstelsel dat werk beloont en waarbij de vervuiler betaalt. D66 wil dat de belasting verschuift van arbeid naar vervuiling en gebruik van grondstoffen. En we willen dat de prijs van grondstoffen en van vervuilende producten in de maatschappelijke kosten wordt meegenomen.
Tot slot vinden we ook veiligheid en defensie cruciaal. Kosten hiervoor mogen niet ten koste gaan van de samenleving die we juist willen beschermen. Daarom gaat er als het aan D66 ligt geen euro minder naar deze onderwerpen, net als naar onderwijs en het sociale vangnet.
Ik kom tot een afronding. Het Belastingplan 2026 is met zijn beleidsarme karakter kort van stof. Dit land en de mensen vragen om een visie en duidelijke keuzes voor Nederland. De inwoners en de ondernemers vragen om een begrijpelijk en werkbaar belastingstelsel. Mijn fractie vertrouwt erop dat deze visie deel gaat uitmaken van het Belastingplan 2027 en dat er doorbraken zullen volgen met een nieuw stelsel.
Mijn fractie ziet met belangstelling de antwoorden van de staatssecretaris tegemoet en dankt de ambtenaren van het ministerie van Financiën, die in een korte tijd twee grote vragenrondes van antwoorden hebben voorzien.
De voorzitter:
Dank u zeer, mevrouw Moonen, voor uw bijdrage.
Met een blik op de klok schors ik de vergadering voor de dinerpauze tot 19.00 uur. Na de dinerpauze gaan we door met de behandeling van het Belastingplan.