Plenair Nicolaï bij behandeling Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones



Verslag van de vergadering van 9 december 2025 (2025/2026 nr. 11)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.42 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. De bewindslieden hebben onze Kamer eigenlijk in een bizarre positie gemanoeuvreerd. Zo zie ik het, want we debatteren en stemmen vandaag over een suppletoire begroting die nodig is om financiële verplichtingen aan te gaan, terwijl de Staat der Nederlanden, een rechtsstaat — toch? — die verplichting al is aangegaan. Dat geldt niet voor de aanschaf van de Skyranger, want daarover schrijft de minister: "Stemming op 9 december is nog steeds wenselijk om ook de tijdige contracttekening van de Skyranger mogelijk te maken." Ik lees dat goed: "ook de tijdige contracttekening van de Skyranger mogelijk te maken". Dat klopt: mogelijk maken, maar zonder budgettoekenning door de volksvertegenwoordiging is die ondertekening volgens het staatsrecht van onze rechtsstaat, die verdedigd gaat worden door Defensie, juridisch niet mogelijk. Toch schijft de minister over de aanschaf van de IRIS-radars in diezelfde brief van 28 november dat door hem besloten is om het contract versneld te tekenen, zodat deze systemen nog deze week afgenomen kunnen worden. Dat gebeurde dus nog voordat de begrotingswet aan onze Kamer was voorgelegd; anderen hebben daar al op gewezen. Het gaat erom dat de minister eigenlijk zelf aangeeft dat het mogelijk moet zijn om te tekenen. Mijn vraag is waarom de ene aanschaf niet mogelijk is zonder goedkeuring en de andere aanschaf wél. Of moeten de bewindslieden hier toegeven dat het aanschaffen van de IRIS-radar op 28 november juridisch eigenlijk niet mogelijk was? Daar wil ik heel graag een reactie op, zoals ook de SP en de heer Dessing al om een reactie hebben gevraagd. Ik vond dat de heer Martens daar een beetje luchtig over deed, want ik hoorde hem wel zeggen dat het om onrechtmatig handelen gaat. Ik vind dat wij als Kamer daar wel bij stil moeten staan: hoe kijken wij ertegen aan als een minister onrechtmatig handelt? Als er al een juridische verplichting wordt aangegaan voordat wij daar het budget voor toegekend hebben, dan is dat in mijn optiek juridisch onrechtmatig. Daar hoor ik graag een reactie op van de bewindslieden.

Voorzitter. Angst is een slechte raadgever. Vandaag debatteren we over een suppletoire begroting die gebaseerd is op angst. De aanschaf van de Skyranger wordt door de minister naar voren gehaald met als argument dat het noodzakelijk is stappen te zetten met het oog op een actuele dronedreiging. Maar het gaat om een miljardenuitgave voor kanonsystemen, die — ik citeer — essentieel zijn voor het beschermen van landgebonden eenheden tegen de toenemende dronedreiging. Het is oorlogstuig dus, voor een oorlogssituatie. Maar ik zou dan graag met klem van de minister vernemen welke aanwijzingen er nou waren voor een acute dreiging van een aanval op onze landmachtonderdelen met drones voorzien van zware explosieven tot 600 kg — leest u de brieven van de minister maar — die vergden dat binnen enkele weken een miljardenaanschaf moest worden goedgekeurd. Daar zou ik graag het antwoord op vernemen.

Voorzitter. Wordt hier ingespeeld op angsten die gevoed worden door media-aandacht voor door mensen gesignaleerde drones? Later wordt misschien vastgesteld dat die drones er helemaal niet waren. Vermeende droneverschijningen zijn volgens de bewindslieden aan de orde van de dag. Een complicerende factor is dat ze vermeend zijn. Bertrand Russell zei daarover: "Angst is de belangrijkste bron van bijgeloof en een van de belangrijkste bronnen van wreedheid. Angst overwinnen is het begin van vrijheid."

Voorzitter. Dagblad Trouw bracht met behulp van platform Dronewatch ongeveer 60 incidenten met drones in kaart in 11 Europese landen. Bij ongeveer 40 daarvan is er überhaupt geen bewijs gevonden dat er drones in het luchtruim geweest zijn. In 14 gevallen bleek het naderhand om heel iets anders te gaan. Zo zagen mensen in België kleine vliegtuigen en helikopters aan voor drones, terwijl vliegende objecten in Zuid-Limburg en in het Deense Billund sterren waren. In andere gevallen is vast komen te staan dat dronevluchten het werk waren van hobbyisten of toeristen. De algemene conclusie van Trouw en van Dronewatch was: veel paniek, weinig bewijs.

Voorzitter. Begin vorige maand — de heer Van Apeldoorn wees daar ook al op — was de conclusie van een woordvoerder van Defensie nog dat er geen enkele noodzaak was voor extra maatregelen tegen drone-incidenten, omdat waarschuwings- en verdedigingssystemen volledig op orde waren. En nu kon plotseling niet gewacht worden tot 11 september met de aanschaf van enkele miljoenen euro's kostende IRIS-radars en werd onze Kamer geschoffeerd en in haar budgetrecht aangetast. De minister had aangegeven dat de koopoptie gold tot en met 11 december. Als er op die dag getekend zou zijn, waren de radars op 12 december geleverd. De urgentie en noodzaak om niet te wachten tot 11 december is tot op heden op geen enkele wijze onderbouwd. Dat impliceert dat de handelswijze van de minister niet alleen staatsrechtelijk onrechtmatig was, maar ook — althans, op dit moment — onnavolgbaar en bizar. Ik heb daarom een belangrijke vraag. Graag vernemen wij of de bewindslieden die conclusie onderschrijven en zo niet, welke urgente feiten volgens hen noopten tot die handelswijze. Waarom kon niet gewacht worden tot 9 december?

Voorzitter, tot slot. Ik had het over angst. De aanschaf van de radars heeft in ieder geval nog wel een goede kant. Als er weer op angst, massahysterie of fantasie gebaseerde zogeheten signaleringen door mensen zijn van vermeende drones, is Defensie nu direct in staat tot detectie. Er kan dus direct worden vastgesteld of er inderdaad een drone in het luchtruim was en, zo ja, of dat mogelijk een gevaarlijke drone is geweest of speelgoed van de MediaMarkt. Als wordt vastgesteld dat er geen drone is geweest, of wel een drone, maar van een hobbyist, een toerist of van jongelui die daarmee aandacht wilden trekken, is het de taak van Defensie om het publiek daar onmiddellijk over te informeren. Zo wordt angst bestreden en wordt er geen angstpropaganda bedreven. Mijn vraag aan de bewindslieden is: kunnen zij toezeggen het publiek zo snel mogelijk te informeren als is vastgesteld dat er geen drone is geweest, of wel een drone, maar één die op geen enkele wijze met een vijandige handeling kan worden geassocieerd? Ik overweeg een motie op dat punt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Visseren-Hamakers.