Dit wetsvoorstel bevat belastingmaatregelen die per 1 januari 2017 budgettair effect hebben, zoals maatregelen die raken aan de koopkracht van burgers. Daarnaast zijn in het wetsvoorstel maatregelen opgenomen die zijn gericht op het tegengaan van belastingontwijking in nationale en internationale verhoudingen.
Het wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2017.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, B) is op 17 november 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, Van Vliet, 50PLUS, Klein, Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, VVD, SGP, ChristenUnie en CDA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen.
De gezamenlijke plenaire behandeling van het pakket Belastingplan 2017 en het voorstel Wet uitwisseling inlichtingen over rulings (34.527) door de Eerste Kamer vond plaats op 13 december 2016. Tijdens dat debat werd een drietal moties ingediend.
De Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN) heeft op 5 juni 20218 een mondeling overleg gevoerd met de staatssecretaris van Financiën over een aantal fiscale onderwerpen. Van dat overleg is een woordelijk verslag en een videoverslag beschikbaar.
De Eerste Kamercommissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Financiën hebben op 7 maart 2017 een mondeling overleg gevoerd met de staatssecretaris van SZW en de minister van Financiën over de gehanteerde Ultimate Forward Rate (UFR) voor verzekeraars en pensioenfondsen en over de toekomst van het pensioenstelsel (EK 32.043 / 33.972, L).
Op 28 maart 2017 vond een gesprek (EK, O) plaats met de staatssecretaris van Financiën over de ontwikkelingen bij de Belastingdienst (naar aanleiding van toezegging T02289).
ingediend
20 september 2016titel
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat:
-
-artikel I, onderdelen A en B, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2017 is toegepast;
-
-artikel I, onderdeel J, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel IV, onderdeel A, van het Belastingplan 2014 bij het begin van het kalenderjaar 2017 zijn toegepast;
-
-artikel I, onderdeel K, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel IV, onderdeel B, van het Belastingplan 2014 bij het begin van het kalenderjaar 2017 zijn toegepast;
-
-artikel I, onderdelen L en N, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2017 is toegepast;
-
-artikel II, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat de artikelen 20a, tweede lid, en 20b, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2017 zijn toegepast;
-
-artikel II, onderdeel E, eerst toepassing vindt nadat artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel VIII, onderdeel A, van het Belastingplan 2014 bij het begin van het kalenderjaar 2017 zijn toegepast;
-
-artikel II, onderdeel F, eerst toepassing vindt nadat artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel VIII, onderdeel B, van het Belastingplan 2014 bij het begin van het kalenderjaar 2017 zijn toegepast;
-
-artikel II, onderdeel G, eerst toepassing vindt nadat artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2017 is toegepast;
-
-artikel IV, onderdelen A tot en met H, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017;
-
-artikel 34d, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dat luidt op 30 juni 2021, voor het laatst toepassing vindt met betrekking tot het laatste boekjaar dat eindigt vóór 1 juli 2021;
-
-artikel XII voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017;
-
-artikel XIIIA toepassing vindt voordat artikel XXV, onderdeel B, van de Wet uitwerking Autobrief II wordt toegepast.
-
2.Artikel XI, onder 2, werkt terug tot en met 1 juli 2015.
-
3.Artikel I, onderdelen D, F, G en O, en artikel XIV werken terug tot en met 20 september 2016, 15:15 uur.
-
4.Artikel XIA werkt terug tot en met 25 oktober 2016, 17.30 uur.
-
-
26 september 2016
brief regering; Termijn van verzending van de evaluaties van de giftenaftrek, ANBI's en SBBI's TK, 7 -
20 september 2016
brief van de staatssecretaris van Financiën over de voortgangsrapportage heffing box 3 op basis van werkelijk rendement EK, A Bevat bijlagen
Betrokken bij de Algemene Financiële Beschouwingen op 22 november 2016 en de behandeling van het pakket Belastingplan 2017 op 13 december 2016. -
20 september 2016
brief regering; Voortgangsrapportage heffing box 3 op basis van werkelijk rendement TK, 6 Bevat bijlagen -
20 september 2016
brief van de staatssecretaris van Financiën over fiscale vereenvoudiging TK, 5 Bevat bijlage -
-
-
-
-